7. De Os Vergeten, de Mens Alleen
Rijdend op het dier, is ie eindelijk terug in zijn huis,
Maar zie, de os is er niet meer; de man zit vreedzaam alleen.
Ofschoon de rode zon hoog aan de hemel staat, droomt hij rustig,
Onder een rieten dak liggen ongebruikt zijn zweep en touw.