2. De Sporen Zien
Langs de stroom en onder de bomen… de sporen zijn overal verspreid;
Het zoet-geurende gras tiert welig - heeft hij de weg gevonden?
Hoe afgelegen over de heuvels en ver weg het beest ook mag zwerven,
Zijn neus reikt tot aan de hemel en niets kan het verbergen.