Identiteit en Missie
20 mei 2014Intenties dienen vaak verborgen motivaties, die voortkomen uit mis-identificatie. Geest is gefixeerd in een vals zelfbeeld dat de ware Aard van Licht versluiert. Een schijnbaar 'ik' lijkt verantwoordelijk voor het falen of slagen en wordt er - door zichzelf - op afgerekend… betekenis en waarde lijken afhankelijk van wat gepresteerd wordt.
Aan misidentificatie liggen conditioneringen ten grondslag. Dat zijn overtuigingen uit de cultuur en opvoeding waar we onbewust gehoorzaam aan zijn. Conditionering maakt dat neigingen op een bepaalde manier vorm krijgen. Dit 'gegrepen worden' vindt ook plaats in de droom. Neigingen en intenties wellen op uit interpretaties, misverstane indrukken en onvervulde verlangens.
Neigingen worden gevoed uit gekoesterde ervaringen van falen, verraad, mislukking, verlating, etc. In de basis heerst onbegrip… en woede naar God, het lot of het bestaan. Een 'ik' lijkt los van God of de Bron te zijn, een 'ik' dat onrecht is aangedaan en daarover bitter en verontwaardigd is.
Genoegdoening en Vergelding
Vaak is de bitterheid afgedekt met ontkenning en wordt een houding van goede bedoelingen hoog gehouden. Alles komt in dienst te staan van genoegdoening of vergelding, dat echter het aanschijn heeft van 'goed bezig zijn'. Onderliggend is er een toon van wrok en bewijsdrift, alsof met resultaat en succes het geleden verlies goed gemaakt kan worden.
Die activiteit valt stil in herkenning van de ware Aard… in besef dat de identiteit, die van alles was aangedaan, niets dan een houding is waarin het Licht van gewaarzijn vergeten wordt, en aandacht gefixeerd is in een verontwaardigde toon.
Door inwerking van Directheid kan Licht herkend worden en de geestelijke fascinatie stilvallen. Directheid komt vaak in de verschijning van een crisis, een ongeluk of ziekte. De herkenning kan een fase inluiden van grote verschuivingen in de geest: de beweging in de wereld blijkt relatief.
Allerlei onbegrijpelijke gevoelens en gedachten kunnen naar boven komen, en de beleving van zijn verandert totaal. Aandacht - die in dienst van de missie stond - wordt bewust van waar het lang door werd voortgestuwd of van wegvluchtte. Effecten van de inspanning worden opgemerkt, in de vorm van uitputting, wanhoop, eenzaamheid en diepe onvoldaanheid.
Ego-geest vindt dat verschrikkelijk, omdat ie langdurig werd voortgedreven door ideeën over voldoening, verlichting en waarde, die precies tegenovergesteld zijn aan wat zich nu aandient.
Het ongemak van Open Zijn en Voelen
Er wordt beseft dat aandacht halsstarrig naar buiten was gericht, in weerstand naar de onwaarde en onmacht van het valse ik. De bron van de naar buiten gerichte aandacht blijkt een gewoonte van 'gehoorzaam zijn aan angst', angst voor 'het ongemak van open zijn en voelen', angst voor 'de dieper liggende onwaarde' die wordt opgeroepen in sociaal-maatschappelijke activiteiten.
Stil opmerkzaam open blijven, naar hoe het voelt om er te zijn, wordt vanuit houdingen en aangeleerde gewoontes ontweken. Wat nu hier is wordt als hoogst ongemakkelijk en bedreigend ervaren door overlevings-activiteit, zonder de gewenning te beseffen aan het vertoeven in beweringen over nu hier, en het meegaan van geloof in suggesties.
In het Licht van Gewaarzijn is alles welkom. In Openheid is valse identiteit herkend als een activiteit van weerstand, gedreven door misvatting. Door bereidwilligheid en geduld kan Licht doordringen in de verwarring, met als gevolg diepe ontspanning.
Bereidwilligheid is er als de gewoonte om voldoening te zoeken in prestaties uitgeput raakt. Weerstand naar leven onthult zich als weerstand naar ideeën óver het leven. Weerstand ontstaat door de voorgestelde split in subject en object. Aandacht gefixeerd in het subject is per definitie angstig, afgunstig en vechtend voor een bedacht bestaan.

Een onbewuste basis van subtiele, spirituele overtuigingen houdt de geestelijke instelling afstandelijk. Directheid - Gratie - ontzenuwt aangeleerde misvattingen van de valse identiteit. In het toelaten van Directheid verandert schaamte en trots in tedere vergeving.
De missie - volharden in verontwaardigde afgescheidenheid - lost op… er voor in de plaats komt Werken aan het Grote, of dienstbaarheid. Dat is niet meer een activiteit van iemand, doch spontane Directheid, of de Werkzaamheid van het Ene. Het treedt tevoorschijn in de wereld van vormen als kundige Aanwezigheid, als Toewijding in de ene Tempel, of als Spelen in de ene Tuin.