God - Bewustzijn
18 juli 2010Een uitspraak van Jezus: Ik en mijn Vader zijn één. Wanneer 'Ik' gezien wordt als bewustzijn en 'mijn Vader' als God, verwijst de uitspraak naar universele en tijdloze waarachtigheid…
Waarachtigheid is het ontmantelende Licht van Nu, waarin veronderstelling en bewering van het verwarde zijnsbesef oplossen. 'Ik' blijkt niet een aparte vorm doch het ene Bewustzijn dat altijd Nu is. Identificaties met beelden en omschrijvingen smelten weg in Bewustzijn-Licht-God.
Bewustzijn is God… Zijnsbesef ontdekt dat het bewust is van dat het bewust is. Besef van Zijn is Leven dat altijd als het Nu bewust is van wat manifesteert als beweging en transformatie. Het is de verandering die wordt opgemerkt, wat opmerkt is het stille Licht.
Stilheid van Licht wordt kenbaar via de afwezigheid van tijd. Na diepe slaap is er herinnering van de rust van slaap, terwijl niet gezegd kan worden hoe lang die slaap duurde. Stilheid onder de diepe slaap is geen ervaring. Zelfbeelden, wereld en verwikkelingen in de tijd zijn afwezig in diepe slaap.
Bewustzijn en God is één… het primaire 'Ik' en God is één. Het 'ik' wordt in de relatieve wereld meestal geassocieerd met omschrijving, variërend van geslacht tot status. Waarnemen en communiceren vanuit die 'opplaksels' ontneemt bewustzijn het besef van de goddelijkheid van alles.
Ongemerkt ontstaat gewenning aan kijken vanuit een omschrijfbaar ik dat de schijn-identiteit wil verdedigen en bevestigen. Tevens wordt toevlucht gezocht in het onderstrepen van dat zelfbeeld met archetypische sub-identiteiten die opgeslagen liggen in het collectieve onderbewuste.
Subjectief ervaren is afhankelijk van uitgangspunten… de schijn-identiteit (ego) voorziet hierin. Waarnemen vanuit het stille zelfbeeld-loze, openbaart in het waargenomene dezelfde goddelijkheid als die van waaruit wordt waargenomen. Subject en object blijken één, of Bewustzijn-Licht-God.