Geestelijke uitputting
10 december 2021Al vroeg in de kindertijd leren we bepaalde emoties en gevoelens - zoals angst, verdriet, onzekerheid en onmacht - te onderdrukken en er iets anders voor in de plaats hoog te houden. De geest specialiseert zich in het ontkennen en voorwenden.
Er vindt identificatie met de vorm plaats en de overtuiging zet zich vast dat een tevreden, zelfverzekerde houding voorwaarde is voor geaccepteerd worden en in de wereld mogen zijn. Allengs wordt steeds meer bevestigd dat 'het ik' met al zijn onzekerheden en angsten niet goed genoeg is om er te mogen zijn.
De geest denkt met goede prestaties en succes de onzekerheid en onderwaardering op te lossen, en spant zich in om dat te bewerkstelligen. Hoge doelen worden gesteld en er wordt enorm veel moeite ingezet om maar geen fouten te maken.
De geest raakt zo gewend aan die strategie van ontkennen en voorwenden, dat het niet meer opvalt dat het mechanisme alsmaar bezig is. De geest raakt totaal bevangen door zijn eigen bezwering.
Onzekerheid, verdriet en vertwijfeling mogen niet gezien worden door de omgeving, en ook de schaamte die ontstaat als het toch naar boven komt moet onderdrukt worden. Dat alles kost enorme inspanning, die meer en meer geestelijke uitputting veroorzaakt.
Ook dat moet onder controle gehouden worden, omdat (geestelijke) uitputting gezien wordt als het bewijs van dat er iets niet goed is gegaan. Ondertussen worden tenen langer en lontjes korter.
Ten slotte kan uitputting niet meer ontweken worden… die dient zich in volle hevigheid aan. Zelfs dan nog wordt de uitputting vaak met allerlei middelen verdoofd om toch maar door te kunnen gaan, tot ook dat niet meer werkt en de uitputting zich aandient als burn-out of ineen-storting.
Het Oorspronkelijke Thuis zijn
Soms blijkt er bereidwilligheid te zijn om de uitputting te aanvaarden. In het echt aangaan van uitputting, ontkenning en de eronder liggende emoties, kan ontdekt worden dat het wegdringen en ontkennen eigenlijk een zoektocht is… een zoektocht naar Vrede, God of Licht… een zoektocht naar de Geborgenheid van het oorspronkelijke Thuis Zijn, waar de geest zich helemaal over kan geven aan het directe Zijn.
Midden in uitputting en wanhoop, midden in onderdrukt verdriet, wordt beseft dat de Geborgenheid van het oorspronkelijke Thuis zijn altijd het geval is en nooit weg is. In herkenning van die Oorspronkelijkheid valt ook het begrip geborgenheid weg, omdat de zoeker één blijkt met de Vrede waar het naar zoekt.
In de Herkenning breekt identificatie met het lichaam open en wordt de ware Aard van Vrede beseft. Thema's, neigingen, patronen, gewoontes en processen… ze zijn dan welkom en worden niet meer gezien als negatieve aspecten van een beschadigd ik die overwonnen of opgelost moeten worden.
In het onvoorwaardelijke Licht van de herkende ware Aard, in het geduldig Opmerken, veranderen ook de karmische tendensen, neigingen en gewoontes in goedaardige eigenschappen… in liefhebben.