De Verhaler
14 januari 2017Ego-geest is gewend alles voor te stellen als aparte objecten, die los van het 'ik' zouden bestaan. Dingen buiten zorgen binnen voor indrukken, bedenkingen en problemen.
Die mentale activiteit van opsplitsen en indelen - objectificeren - kun je verhalen maken noemen. De verhalen hebben een hoog drama-gehalte, met een hoofdpersoon - ik - die het moeilijk heeft. Er wordt vanuit de positie van die denkbeeldige ik-figuur geredeneerd en geconstrueerd.
De toon in de geest is dan ook vaak verontwaardigd, of vervuld van onvrede en verwijt. Er is voortdurend commentaar en eigenlijk verkeert de geest in een staat van hypnose.
De verhalen-maker is expert in het verhullen, censureren, ontkennen en voorwenden. Hij is in staat om bepaalde aspecten volkomen te negeren of anders voor te spiegelen, vooral voor zichzelf. Hij moet dit doen, om onderliggende onzekerheid en angst uit de beleving te houden. Er is altijd argwaan, omdat de schijn onderuit gehaald kan worden.
Deze activiteit komt voort uit spanning. Die heeft als basis geloof in, en hechting aan indrukken, ervaringen, conditioneringen, programmatie en interpretatie. Samen lijkt dit de identiteit te vertegenwoordigen, alsof 'ik' dat is.
Bewustzijn, geest en ego
De natuur van Geest is onbevangen, puur Bewustzijn… Licht. De bewerende ego-geest is Bewustzijn gemengd met ideeën en concepten, die de suggestie wekken van een apart bestaand 'ik'. Waarnemen is wat spontaan vanuit Licht gebeurt. Het ego beweert echter de eigenaar en doener van het waarnemen te zijn.
Geloof in die mis-identificatie roept een schijnbaar aparte geest in het leven, die aldoor onopgemerkt zichzelf begoochelt en van daaruit 'de wereld' probeert te bezweren. Geest raakt vervuld van een kunstmatige werkelijkheid, een voorgestelde wereld met daarin een psychologische figuur die volkomen bepaald wordt door zijn inbeeldingen, het narratief.
Ego-geest is gericht op wát er wordt waargenomen, niet op dát er wordt waargenomen. Wát wordt waargenomen is de projectie van wat het valse ik veronderstelt. Wat waarneemt is Bewustzijn, of de ware Aard van Licht.
Besef van wat waarneemt brengt besef van wat altijd onveranderlijk de Stilheid van je ware Aard is. Stilheid is wat overblijft in de diepe slaap, wat blijft als al het objectieve wegvalt. Stilheid is altijd het ondeelbare Bewustzijn waaraan alles verschijnt.
Wat verschijnt wordt uit gewoonte tot objecten gemaakt, waarmee - vanuit het valse 'ik' als centrale figuur - verhalen worden geconstrueerd. In stil Gewaarzijn blijkt een object niets dan een gedachte… een gedachte blijkt een verschijning van bewustzijn.
Besef van Gewaarzijn
In stil Gewaarzijn kun je beweringen van de verhaler waarnemen. Besef van Gewaarzijn stopt het objectiveren, identificeren en projecteren, en onderbreekt het meegesleept worden van de aandacht door beweringen.
De verhaler geeft aan alles een vermeende betekenis, welke volledig bepaald wordt door zijn uitgangspunten. Dat is als de toeschouwer van een film. De film is een aaneenschakeling van dode beelden die betekenis krijgen door het geloof dat de kijker er aan geeft.
De toeschouwer is eigenlijk de getuige, die tot projecterende verhaler wordt als ie zijn ware Aard van Licht vergeet. Hij laat zich meeslepen door veronderstellingen die voortkomen uit de valse identiteit.
Ontwaken is het open breken van die waan… de getuige herkennen als Gewaarzijn, en beseffen dat je het directe Zijn bent. Bewustzijn is niet een iemand die bewust is, doch het in zichzelf lichtende dat vanzelf Is.
Beweringen zijn gedachten, gedachten blijken Bewustzijn. Beweringen verliezen lading, als ze niet gelinkt worden aan het valse 'ik'… als beseft wordt dat je de ik-constructie kunt waarnemen en je het Waarnemen bent. In stil Gewaarzijn stopt de investering in het valse ik, dat samen met het verhaal afbrokkelt.
In Stilheid wordt de strijd van de verhaler zichtbaar. In de basis daarvan heerst woede… verontwaardigde boosheid over het bestaan, met daaronder de verlorenheid van het valse zelf. Stilheid dringt door in het verwijt en de verdediging, en ontzenuwt het schijn-ik.
Die 'onderlaag van bestaans-verwarring' is collectief. Ze wordt meegegeven via de eicel en de zaadcel. Het is ook de 'laag' waar wanhoop kan ontstaan over de schijnbare onmacht en onwaarde die de verlorenheid meebrengt.
In Stilheid wordt alles terug gebracht bij God. Dat gebeurt vanzelf, als - in plaats van gericht te zijn op gedachten - de aandacht rust in Gewaarzijn… Gewaarzijn is God.
De getuige herkennen als Gewaarzijn, stop het splitsen in subject en object. Waarnemen is dan niet meer een iemand die waarneemt, doch het ondeelbare Ene.
Bestaan is niet een iemand die bestaat, doch het ene Zijn. Zo is weten dat je bestaat het Gewaarzijn. Besef van Bestaan en Gewaarzijn openbaart de Vrede. Bestaan, Gewaarzijn en Vrede is Eén.