
Weerstand
Het projecteren van hoe het zou moeten zijn over hoe het is… creëert steeds meer denkbeeldige afstand tussen zijns-besef en zijn.
Weerstand is geloof hechten aan dat het hier en nu anders moet zijn. Denkbeelden dicteren dat er nu iets niet goed is, waardoor spanning die nee zegt ontstaat. Daaruit voort komt het mechanisme van vechten, vluchten of bevriezen, dat zich in ontelbare varianten cultiveert als er voeding aan gegeven wordt.
De basis van weerstand is vaak perfectie en onderwaardering. Dit groeit uit misvatting en onbegrip die tijdens de jeugd in de geest post kunnen vatten. Vanuit een onecht zelfbeeld met verwarrende overtuigingen worden situaties geïnterpreteerd, wat nog meer verwarring oplevert.
Dat zelfbeeld wordt onttrokken aan identificaties met emoties en denkbeelden, niet aan waarachtig besef van Zijn nu. Genegenheid van die waarachtigheid omarmt vanzelf de weerstand en laat het weg smelten in overstijgende lichtkracht.
Weerstand keert zich af van direct contact en voelen. Dit is de onstuimige, weerbarstige ego-wil, niet de openheid van Zijn… Weerstand is dan ook vaak weerzin naar karmische thematiek.
De persoonlijkheid weet dat het naar iets moet kijken dat het lang ontweek, en projecteert daar zijn angsten op. Dat gebeurt met geraffineerde tactieken, zodat het zelf zich gerechtvaardigd voelt om met iets anders bezig te zijn. Dit is de essentie van het vecht-vlucht-bevries-mechanisme.
Weerzin wordt als verontwaardiging naar buiten gedraaid, om een doelwit te vinden. Een ander wordt verantwoordelijk gemaakt voor innerlijke onrust om spanning af te reageren. Onderliggende pijn wordt ontkend en verdoofd, om als brandstof voor verongelijktheid te dienen.
Die brandstof komt uit Karmisch Roet. Dat is een vette laag waar onverwerkte frustratie wacht op verbranding. Uit die laag worden overlevings-activiteiten bedacht en argumenten onttrokken.
Vandaar (onderbewuste) boosheid, waarmee soms eeuwenlang richting en intentie gegeven wordt aan de levensinstelling. Inzicht in dit mechanisme brengt de houding weer in contact met genegenheid, ontvankelijkheid en vertrouwen.