
Verbittering
Opgesloten tussen benauwde huiselijke muren… kwijnt schijn weg in zijn eigen jaloerse hel.
Wanneer een plant geen water krijgt verdort ze. Dat gebeurt als ze uit haar oorspronkelijke grond wordt weg gerukt. Het natuurlijke vermogen tot zelfvoeden kan niet tot zijn recht komen.
Dit gebeurt wanneer zijnsbesef bevangen wordt door identificatie met een verwrongen zelfbeeld. Er is geen besef van de ene Grond… bestaan lijkt een eenzaam vormpje in een immens universum.
Langdurig onderhevig zijn aan vervreemdende verschijnselen verdooft en vervreemdt de geest van haar natuurlijke Lichtkracht. Er ontstaat gewenning aan afstomping.
De diepte en het wonder van Leven worden niet meer ervaren. Zijnsbesef lijkt van de ware Grond verwijderd, en weet niet meer hoe zichzelf te voeden met de genegenheid van dat Thuis Zijn.
Het vanzelf-sprekende, in hoe een baby de moederborst weet te vinden, herinnert verbittering aan de Ene Bron in alles die zichzelf voedt. De kilte ontmantelt zichzelf in het aangezicht van dát Licht.