Religie en Identiteit
Ooit leefde je volkomen in harmonie met de innerlijke religie… met Dát, wat als oorspronkelijke Eenheid het zijnsbesef zijn glans geeft.
Inbeelding verveemdt het individuele zijn van Innerlijke Stilte en het oorspronkelijke Gods-besef. Indrukwekkende instituten lijken het zijnsbesef te voorzien van beredeneerbare zelfbeelden.
Er wordt een omschrijfbare identiteit aan ontleend, waarmee in de samenleving een plaats ingenomen kan worden. Deze verwijdering van de Innerlijke Intimiteit ontstaat als tijdelijke vormen de schijn van absoluut verkrijgen en identificatie met een idee plaatsvindt.
Op een door God gegeven dag ziet het zijnsbesef die begoocheling in… een bewust terugkeren tot de Bron doet zijn intrede.
Die reis is denkbeeldig… het oorspronkelijke zijn kan niet verdwalen… het is de identificatie met ideeën over macht en onmacht die los komt uit wat in essentie verkramping is.
