Jaloezie

Jaloezie


In de troosteloze leegte van het afgescheiden ego… zint schijn op hoe het straks de beste denkt te zijn.

Vanuit vervreemding van de Alverbondenheid, kijkt schijn angstig naar wat de ander wèl heeft, beter kan, of eerder doet. Het kan alleen maar re-ageren vanuit niet meer de Stroom voelen.

Vasthoudend aan een geïnterpreteerd verleden, wegzakkend in het moeras van wat 'niet goed' ging, gebruikt het ontkenning om zich achter eenzame inbeelding te verschansen.

Voortdurend vergelijkt het zichzelf met de ander, omdat het de natuurlijke aard niet meer beseft. Vast zittend in waan, weet ontheemding niet meer van de Levensvreugde die Is.

Tenslotte put dit spel zichzelf uit… moegestreden kan de persoonlijkheid het wezenlijke niet meer op afstand houden. Het Licht dient zich aan en de louterende ontmanteling vangt aan.