Ja-maar

Ja Maar


Vermeende naïviteit blijkt de ongelooflijk vindingrijke geest van het kleine ik… onbewust wordt creativiteit ingezet om uit het directe contact met helderheid te blijven.

Aanwezigheid beseft op een bepaald moment de angst achter de zucht naar controle. Het ontdekt lang ondergeschikt geweest te zijn aan een enorme hoeveelheid excuses en zelfrechtvaardigingen.

Het ervaart de gevolgen van die uitvluchten en herkent de hunkering naar thuis zijn die eruit voort vloeide. Dat inzicht zet een bewust-wordings-proces in beweging, waarbij het zijnsbesef alsmaar de excuses terug volgt naar het punt van ontstaan.

Daar is geduld en bereidwilligheid voor nodig… Ego-activiteit is heel geraffineerd in het aanmaken van schijnbaar kloppende beredeneringen die ontwijkende handelingen rechtvaardigen. Dit om zijn bodem van inbeelding uit het zicht te houden.

De wens om in het Licht te zijn overwint het ten slotte van deze werktuiglijke automatismen… Dat wat waarneemt is niet in het donker… het is Dát wat vóór licht en donker de ware aard is.