Havingness

Havingness


Er is direct verband tussen zelfbeeld en ervaren… tussen helderheid en (geestelijke) voorstelling.

Havingness geeft de relatie aan tussen de praktische werkelijkheid van bestaan en de spirituele ideeën die daaraan ten grondslag liggen. Wat je kunt hebben - of toelaat in 'je leven' - is in hoge mate afhankelijk van het besef van de innerlijke Bron, de helderheid in het zelfbeeld en de lading die daar aan karmische thematiek gegeven wordt.

Zijnsbesef kan vaak gedurende een periode niet ontvangen. Schuld, onderwaardering en plichten verkrampen via het geweten de geest. Tussen de sprankeling van Leven en besef lijkt afstand te zijn. Wat in zichzelf als de kosmische vonk schittert, wordt met de dofheid van zelf-veroordeling bedekt. Dit weerspiegelt zich in de wereld. Zijn mag niet stralen… in de geest heerst verstikking.

Zijnsbesef vervreemdt schijnbaar van innerlijke Eenheid, door identificatie met beelden. Het kan zich niet geven vanuit het omklemd zijn in onwaarde. Angstig kruipt het weg in een denkbeeldig hoekje. Een psychologische identiteits-constructie vormt de basis waaruit omstandigheden zich vormen. Die kille wereld vertegenwoordigt de inbeelding van afgescheidenheid… niet de innerlijke pracht van Leven.

Het ego ontwijkt pijn, in een jacht naar plezier. Havingness is de openheid van bewustzijn waarin alles vanzelf ruimte krijgt… plezier én pijn. Uiteindelijk is havingness een concept dat hoort bij identificatie met een kunstmatig zelfbeeld. Dit is hechting aan een karmische schil. Zijn is het ene Zijn van Liefde en Licht: het is alles. Het Koningkrijk van God is in uzelf, vindt het… en alles zal u gegeven worden.