Competitie

Competitie


Onwaarde probeert Dát te overstijgen wat niet overstijgbaar is… waar niets van afgenomen of aan toegevoegd kan worden.

Het is de eenzame afzondering in een zelfbeeld, die uit alle macht probeert zichzelf te bewijzen. De waarde wordt afgemeten aan de prestaties van het beeld.

Het lijkt alsof die ik-gedaante alles zelf doet… Daartoe zet het ontkenning in naar de Ene Bron die alles voedt. Dat moet, om het bestaan van de schijn-identiteit van waarde te voorzien.

Die schijn is in gevecht met de beelden die het over de anderen maakt… Oppervlakkigheid regeert de waarneming. De werkzaamheid van God in alles wordt niet opgemerkt.

In wezen is het verongelijktheid, die voortkomt uit misverstane ervaringen. Het dacht zichzelf los van het geheel, en moet in de afzondering daarvan zichzelf zien te bevestigen.

Dat doet het met presteren. Bewondering uit de wereld moet voor levensruimte zorgen. Totdat die strijd zichzelf uitput. Vermoeid ontdekt het zijnsbesef dat Leven vanzelf stroomt.